woensdag 17 juni 2015

Prunus subhertilla


Prunus subhertilla 'Fukubana'

Botanische naam  : Prunus subhertilla 'Fukubana'
Nederlandse naam : Japanse kers
Herkomst         : Midden-Japan.
Bijzonderheden   : bloem halfgevuld, rijke bloei
Grondsoort       : alle
Vochtbehoefte    : normaal
Licht            : zon
Wind             : weinig gevoelig
Gebruik          : straten/pleinen, parken, tuinen, solitair
Hoogte           : 2.50-5.00 m
Vorm             : breed opgaand
Kroon            : half open
Bloeikleur/vorm  : roze
Bloeitijd        : april, mei
Blad             : bladverliezend

Standplaats:
Prunus is niet erg kritisch wat betreft de grondsoort, een normale goed verbeterde tuingrond is voldoende.
De sierkers ontwikkelt zich het best op een kalkhoudende niet te natte bodem op een plekje in de zon. Daarom kun je elk voorjaar wat kalk strooien aan de voet bij de deze boom.
Verdraagt geen natte bodem.

Kenmerken:
Prunus subhirtella 'Fukubana' wordt zowel als opgaande heester als kleine boom gekweekt. Afhankelijk van de enthoogte wordt de boom 5 - 6 m hoog. De kroonvorm is vaasvormig met een dichte vertakking

Bloemen :
Uitbundig en zeer lang bloeiend in april en mei. De halfgevulde bloemen staan in dichte bundels. Bloemknoppen paarsrood, bloemen donkerroze. Bloemdoorsnede circa 1,5 - 2 cm.

Snoeien :
Over het algemeen is er niet veel snoei nodig. Als je wilt snoeien, doe dat het best na de bloei. Eigenlijk kun je volstaan met de boom in zijn mooie vorm te houden.
De manier van snoeien is afhankelijk van het gebruik. Als haag wordt deze Prunus met de heggenschaar twee keer per jaar geknipt (juni en augustus). Als vrijstaande struik is verwijderen van het bloemhout na de bloei voldoende.

Eigenschappen:
Helaas heeft 'Fukubana' vooral na strenge winters veel last van dode twijgen. Het blad loopt bronsgroen uit.

Soorten :
De sierkers Prunus subhirtella ‘Fukubana’ bloeit karmijnroze. Het geslacht Prunus is enorm groot. De kers hoort erbij, maar ook de sierkers en de pruim, de sleedoorn, de wintergroene laurierkers, de bospest of vogelkers, abrikoos en perzik. Wat ze gemeen hebben is de steenvrucht, de vrucht met meestal één harde kern. Veel soorten zijn hier wel winterhard, maar kunnen te lijden hebben van late vorst in het voorjaar, wat de vaak schitterende bloei kan ruïneren. De hangende takken en de prachtige bloemen in de lente zorgen voor een idyllische aanblik.

Weetjes :

Prunus subhirtella 'Fukubana' is een dicht vertakte struik maar wordt meestal geënt op stam en vormt een brede vaasvormige kruin met uitstaande en iets overhangende takken.
Het blad loopt bronsgroen uit, wordt in de zomer groen en kleurt dan in het najaar geeloranje.
Bloeit in april en mei met halfdubbele kleine donkerroze bloempjes uit paarsrode bloemknopjes.
Na een strenge winter kan de boom enkele dode twijgen hebben.

De sierkers is een bijzondere boom omdat deze als een van de weinige in de winter bloeit. Dat is prettig omdat we dan niet rijk bedeeld zijn met bloeiende planten. De sierkers stamt uit Japan en kan daar wel twintig meter hoog worden. Bij ons is dat eerder zo’n vier tot zeven meter. Ze zijn daarom niet geschikt voor kleine tuinen. De natuurlijke vorm is redelijk grillig en open. Het is een prachtig gezicht wanneer deze boom zijn wit tot roze bloesem krijgt. De soortnaam subhirtella betekent van onderen behaard. In dit geval geldt het voor de bladeren die aan de onderkant op de nerven licht behaard zijn.

Er zijn verschillende ziekten waar deze boom last van zou kunnen krijgen, maar in de praktijk treden ze zelden op.

Snoeien is niet nodig vanwege zijn mooie natuurlijke vorm.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten