maandag 30 november 2015

Carrissa

Carrissa: messcherpe doornen

Een mooie, giftige plant met eetbare vruchten. Alleen dat al maakt hem
bijzonder, maar er is meer ...

Bladeren zo dik als leer, doornen als gespleten slangetongen, sneeuwwitte naar jasmijn geurende bloemen en vruchten ter grootte van een pruim. Dat is Carrissa grandiflora.
Zelfs jonge planten kunnen al in bloei komen. Maar het mooist zijn toch de wat ouderestruiken, die tijdens de bloei van februari tot april er niet alleen betoverend uitzien, maar ook de gehele kamer met een heerlijke geur vullen. En omdat deze bizarre struik met zijn glanzende donkergroene bladeren
(net zoals bij de citrusfamilie) gelijktijdig versierd is met bloemen en vruchten kun je zonder omhaal zeggen dat Carrissa een echte schoonheid is.

Maar als zo vaak heeft schoonheid ook zijn keerzijde. Hij is zeer giftig, deze wasboom, zoals deze uit de warmere delen van Afrika en Azië stammende plant ook genoemd wordt. Vanwege zijn scherpe doornen wordt hij in
kustgebieden als heg toegepast. Maar we komen hem ook tegen als struik in de hoteltuinen van Spanje.

Voorzichtig giftig! Deze waarschuwing moet u echt serieus nemen. U moet oppassen bij het terugknippen van de plant. Als er wat van het vrijkomende melksap in een wond terecht komt, kan dat (net zoals bij de oleander)vervelende gevolgen hebben. En omdat grote planten niet alleen bladeren hebben ter grootte van een 2 euro stuk, maar ook 3,5 cm lange scherpe doornen, loopt u snel een bloedende wond op. Bij het verpotten ofhet uitvoeren van andere handelingen met de plant moet u dan ook altijd handschoenen dragen.

De bladeren en bloemen zijn giftig, maar de vruchten zijn eetbaar. Ze zijn enigszins zuur, doen een beetje denken aan pruimen en zijn bijzonder geschikt
voor het maken van jam.

Carrissa grandiflora is een uitgesproken gemakkelijk te verzorgen en robuuste kamerplant. En hij behoort tot de weinige exoten, die probleemloos in een
verwarmde woonkamer kunnen overwinteren. Alleen de nieuwe, zachte scheuten zijn gevoelig. Zodra de plant begint uit te lopen, moet u hem goed in de gaten houden en door regelmatig te sproeien moet u de luchtvochtigheid wat verhogen. Maar zodra de bladeren eenmaal leerachtig geworden zijn, hebben zelfs insekten geen kans meer de plant aan te tasten.

Giftige struik, eetbare vruchten
Zoals reeds vermeld, overwintert de plant zonder problemen in een verwarmde kamer. Maar als u de plant een koele, lichte overwinteringsplaats kunt bieden, moet u dat doen. Hij zal u er dankbaar voor zijn en rijker en prachtiger bloeien. In een verwarmde kamer moet u normaal doorgaan met het watergeven; op een koele. plaats (l 0-l5° C) hoeft u daarentegen maar een keer per week te gieten. In het algemeen geldt voor het watergeven: beter te weinig dan te veel. Bemesten doen we tijdens de groeiperiode van mei tot oktober met de normale vloeibare meststof die we ook voor kamerplanten gebruiken.

Als u deze flink gedoornde struik 's winters een plaats kunt geven in een hobby kas of serre, zult u krachtigere planten krijgen dan degene die aangewezen zijn op een overwintering in de huiskamer. Maar niet alleen de
standplaats is bepalend voor de grootte en het uiterlijk van de plant. Er zijn ook verschillende soorten. Carrissa bispinosa uit de oostelijke kaapprovincie
heeft kleine, 1,2 cm brede witte bloemen, terwijl op een krachtige struik van Carrissa grandi flora vaak ongeveer 5 cm brede bloemen en 3,5 cm lange spit-

sige doornen aangetroffen worden. Een uitdaging voor alle plantenliefhebbers die eens iets anders willen proberen.  

zaterdag 14 november 2015

Houtsnippers


Houtsnippers tussen de planten

Houtsnippers tussen de planten hebben veel goede eigenschappen. De snippers verbeteren de grond, ze gaan uitdroging tegen, ze voorkomen onkruid en houtsnippers in de tuin zien er vaak heel mooi uit.

Wij kijken hier naar de voordelen van houtsnippers in de tuin.

Houtsnippers voor een betere bodem
Houtsnippers zorgen voor een betere bodemkwaliteit. Dit komt omdat houtsnippers een mulchlaag vormen die een ideale omgeving vormen voor nuttige bodemorganismen als wormen, schimmels, bacteriën en pissebedden. Dit klink misschien niet zo aantrekkelijk, maar deze organismen zorgen voor een goede bodemstructuur waarin je planten, bloemen en struiken geweldig kunnen groeien en bloeien.

Houtsnippers als bodembedekker
Houtsnippers zijn heel geschikt om tussen de planten aan te brengen. Deze houtsnippers voorkomen dat de bodem minder snel uitdroogt en bovendien zijn de snippers een prima bodembedekker. Ze voorkomen dat onkruid kan groeien. En dat scheelt weer onkruid wieden!

Mooie snippers
En houtsnippers kunnen heel decoratief zijn. Mooie houtsnippers (bijvoorbeeld van kastanjehout) zien er erg mooi uit in een border of in potten op een terras.

Hoe kom je aan houtsnippers?
Houtsnippers kun je zelf maken door snoeihout te versnipperen. Dit kan met een versnipperaar die bij de meeste tuincentra te huur is.

Houtsnipper kun je ook kant en klaar kopen bij een tuincentrum. Voor deze houtsnippers wordt hout gebruikt dat zich goed leent als bodembedekker in de tuin. Bijvoorbeeld kastanjehout, dat twee keer zo lang goed blijft als andere materialen zoals cacaodoppen of sierschors. Dat komt doordat kastanjehout veel trager wordt verteerd. een andere goede eigenschap van kastanjehout is dat de snippers na verloop van tijd grijs worden. Dat toont heel mooi in een border.



zaterdag 24 oktober 2015

giftige planten

Pas op voor giftige planten

Zo snel baby's kunnen kruipen gaan ze op ontdekkingstocht. Alles is spannend, alles is nieuw! Vooral die groene dingen op de vensterbank en de grond. Maar wist je dat sommige populaire planten giftig zijn?

Je hebt overal rekening mee gehouden. Je hebt een veilig ledikantje, er ligt lekker zacht tapijt op de vloer en de kamer heeft de juiste temperatuur. Alle dingen waaraan jouw baby zich zou kunnen bezeren heb je daarom ook goed opgeborgen. Maar die planten, daar had je nooit aan gedacht.

  

Mooie kleurtjes

Groene bladeren, rode besjes en gele bloemen. Al die mooie kleurtjes roepen je baby als het ware naar de planten toe. Wat ziet dat er mooi uit, denkt je baby terwijl hij een stukje van het blad in zijn mond stopt. Wat er dan kan gebeuren, daar wil je liever niet aan denken. Want sommige kamer- en buitenplanten kunnen best giftig zijn.

Giftige binnenplanten

De anemoon, azalea en de clivia zijn de drie giftigste planten. Zorg dan ook dat je deze planten niet in de buurt van je baby zet. Beter nog, haal ze helemaal weg. Dan loop je ook het risico niet dat je kindje er op een of andere manier toch bij komt. Ook de dieffenbachia, gatenplant, iris, kerstster, lelietje-van-dalen, narcis en de oleander zijn erg giftige planten. Het beste is om deze niet in je huis te zetten en te kiezen voor een niet giftige plant.


Eerste hulp

Maar wat moet je doen als je baby toch iets van zo'n plant heeft gegeten? Het beste is om niet in paniek te raken, maar om meteen te reageren. Geef je kind veel water en bel direct een huisarts. Door je kind te laten braken kun je proberen het stukje plant weer naar buiten te krijgen. Let op! Doe dit niet als je baby een stuk gatenplant, dieffenbachia of kerstster heeft weggewerkt. Luister dan naar het advies van je huisarts. Hij zou kunnen adviseren om de baby Norit opgelost in water te geven. Dit absorbeert de giftige stoffen.

Giftige buitenplanten
Ook in de tuin kunnen giftige planten staan. De taxus, lijsterbes (populair bij kinderen vanwege zijn rode besjes), gouden regen, hulst en de vuurdoorn zijn onder andere giftige buitenplanten. Je baby zal niet zo snel naar buiten kruipen, maar als je kindje wat ouder is kan dit wel voor problemen zorgen. De eenvoudigste oplossing is om deze planten niet in de tuin te zetten. Wil je ze wel in de tuin, zorg er dan voor dat je kinderen er niet bij kunnen.

      


woensdag 17 juni 2015

Prunus subhertilla


Prunus subhertilla 'Fukubana'

Botanische naam  : Prunus subhertilla 'Fukubana'
Nederlandse naam : Japanse kers
Herkomst         : Midden-Japan.
Bijzonderheden   : bloem halfgevuld, rijke bloei
Grondsoort       : alle
Vochtbehoefte    : normaal
Licht            : zon
Wind             : weinig gevoelig
Gebruik          : straten/pleinen, parken, tuinen, solitair
Hoogte           : 2.50-5.00 m
Vorm             : breed opgaand
Kroon            : half open
Bloeikleur/vorm  : roze
Bloeitijd        : april, mei
Blad             : bladverliezend

Standplaats:
Prunus is niet erg kritisch wat betreft de grondsoort, een normale goed verbeterde tuingrond is voldoende.
De sierkers ontwikkelt zich het best op een kalkhoudende niet te natte bodem op een plekje in de zon. Daarom kun je elk voorjaar wat kalk strooien aan de voet bij de deze boom.
Verdraagt geen natte bodem.

Kenmerken:
Prunus subhirtella 'Fukubana' wordt zowel als opgaande heester als kleine boom gekweekt. Afhankelijk van de enthoogte wordt de boom 5 - 6 m hoog. De kroonvorm is vaasvormig met een dichte vertakking

Bloemen :
Uitbundig en zeer lang bloeiend in april en mei. De halfgevulde bloemen staan in dichte bundels. Bloemknoppen paarsrood, bloemen donkerroze. Bloemdoorsnede circa 1,5 - 2 cm.

Snoeien :
Over het algemeen is er niet veel snoei nodig. Als je wilt snoeien, doe dat het best na de bloei. Eigenlijk kun je volstaan met de boom in zijn mooie vorm te houden.
De manier van snoeien is afhankelijk van het gebruik. Als haag wordt deze Prunus met de heggenschaar twee keer per jaar geknipt (juni en augustus). Als vrijstaande struik is verwijderen van het bloemhout na de bloei voldoende.

Eigenschappen:
Helaas heeft 'Fukubana' vooral na strenge winters veel last van dode twijgen. Het blad loopt bronsgroen uit.

Soorten :
De sierkers Prunus subhirtella ‘Fukubana’ bloeit karmijnroze. Het geslacht Prunus is enorm groot. De kers hoort erbij, maar ook de sierkers en de pruim, de sleedoorn, de wintergroene laurierkers, de bospest of vogelkers, abrikoos en perzik. Wat ze gemeen hebben is de steenvrucht, de vrucht met meestal één harde kern. Veel soorten zijn hier wel winterhard, maar kunnen te lijden hebben van late vorst in het voorjaar, wat de vaak schitterende bloei kan ruïneren. De hangende takken en de prachtige bloemen in de lente zorgen voor een idyllische aanblik.

Weetjes :

Prunus subhirtella 'Fukubana' is een dicht vertakte struik maar wordt meestal geënt op stam en vormt een brede vaasvormige kruin met uitstaande en iets overhangende takken.
Het blad loopt bronsgroen uit, wordt in de zomer groen en kleurt dan in het najaar geeloranje.
Bloeit in april en mei met halfdubbele kleine donkerroze bloempjes uit paarsrode bloemknopjes.
Na een strenge winter kan de boom enkele dode twijgen hebben.

De sierkers is een bijzondere boom omdat deze als een van de weinige in de winter bloeit. Dat is prettig omdat we dan niet rijk bedeeld zijn met bloeiende planten. De sierkers stamt uit Japan en kan daar wel twintig meter hoog worden. Bij ons is dat eerder zo’n vier tot zeven meter. Ze zijn daarom niet geschikt voor kleine tuinen. De natuurlijke vorm is redelijk grillig en open. Het is een prachtig gezicht wanneer deze boom zijn wit tot roze bloesem krijgt. De soortnaam subhirtella betekent van onderen behaard. In dit geval geldt het voor de bladeren die aan de onderkant op de nerven licht behaard zijn.

Er zijn verschillende ziekten waar deze boom last van zou kunnen krijgen, maar in de praktijk treden ze zelden op.

Snoeien is niet nodig vanwege zijn mooie natuurlijke vorm.


donderdag 4 juni 2015

Ranunculus


Ranunculus

Botanische naam   : Ranunculus asiaticus 

Nederlandse naam : Ranonkel

Herkomst              : Italié

Bijzonderheden      : diverse kleuren

Grondsoort            : humeus

Vochtbehoefte       : normaal

Licht                     : zon

Wind                    : gevoelig

Groep                   : wortelstok

Gebruik                : borders, kuipen/potten,
snijbloem

Hoogte                 : 0.30-0.60 m

Bloeikleur/vorm     : wit/créme, geel, oranje, rood/bruin

Bloeitijd                : juli, augustus

Plantdiepte            : < 0.05 m

Standplaats:
Verkiezen vochtige tot zeer vochtige standplaats
Hebben minstens een halve dag zon nodig. Zorg voor goed vruchtbare gedraineerde en niet te droge tuingrond, met compost en turf, diep bewerkt.
Geef ze een enigszins beschutte standplaats want de holle stengels kraken vlug in de wind. 

Kenmerken:
De planten zijn niet winterhard, dus knollen opnemen in oktober, als de bladeren verdroogd zijn. Laten drogen en vorstvrij bewaren tot de voorjaarsplanttijd.
Zeer Giftig

Bloemen :
Bij de cultivars zijn de bloemen altijd geheel of half gevuld, soms kogelvormig, soms echter met uitstaande bloembladen.
Pioenachtige bloemen, tot 7 cm doorsnede.
Bestaan in zowat alle kleuren buiten blauw.
Bloei : juli / aug

Planten :
Planten april / mei. Plantafstand: 15/20 cm.
Je kan ze ook planten in sept/ okt en hopen op een zachte winter . Bedek ze dan wel met een flinke laag dode bladeren
Ranonkels geplant in potten onder glas (maart) kunnen in april - mei bloeien.

Eigenschappen:
Uitgebloeide bloemen verwijderen.
De planten zijn niet winterhard, dus knollen opnemen in oktober, als de bladeren verdroogd zijn. Laten drogen en vorstvrij bewaren tot de voorjaarsplanttijd.

Op droge vorstvrije plaats bewaren (8 a 10°C). Voorzichtig behandelen, want de droge klauwtjes breken gemakkelijk.


zondag 26 oktober 2014

Acer negundo



Acer negundo

Botanische naam  : Acer negundo 'Auratum'
Nederlandse naam : Vederesdoorn
Herkomst         : Duitsland
Bijzonderheden   : vrouwelijke vorm, bloeden (1/1-1/5)
Grondsoort       : alle
Vochtbehoefte    : droog, normaal, nat
Licht            : zon
Wind             : gevoelig
Gebruik          : parken
Hoogte           : 8.00-15.00 m
Vorm             : bol
Kroon            : gesloten
Bloeikleur/vorm  : geel
Bloeitijd        : maart, april
Blad             : bladverliezend, geel

Nederlandse naam
vederesdoorn, (Californische esdoorn) negundo is afgeleid uit het Sanskriet nirgunde en dat verwijst naar een boom met Vitex-blad

Herkomst
midden en oosten van Noord-Amerika 'Auratum' komt uit Duitsland, 1891

Bloemen
-- 'Auratum' is een vrouwelijke selectie. vrouwelijke bloemen in diche bundels, hangende trossen,
Bloeitijd
maart-april Bestuiving geschiedt door de wind.

Vruchten
gevleugelde, sikkelvormige vruchten in trossen De typische vleugeltjes worden 'samara's genoemd. Ze rijpen vanaf september

Standplaats
groeit zowel op een natte als droge plaats. Stelt weinig eisen aan de bodem
verdraagt kalk.

Kenmerken
Acer negundo ´Auratum´ is gewonnen in Duitsland en is een vrouwelijke vorm. Groei als de soort, maar veel lager blijvend. Bladeren zeer mooi goudgeel, met vaak rode bladstelen. In het hart van de kroon is het blad meer groen. Parkboom. Opletten voor bloeden (1/1-1/5) tijdens snoeien.

-Standplaats lichtbehoefte: halfschaduw
-geschikt voor groepsbeplantingen
-geschikt voor een solitaire positie in een beplantingsschema
-deze plant vraagt of gedijt goed op vochthoudende gronden

Soorten
--Acer negundo 'Auratum'
Groeit krachtig, met goudgele bladeren en meestal met roodachtige steel

--Acer negundo 'Aureovariegatum'
bladeren groen met goudgele vlekken

--Acer negundo 'Variegatum'

Ook bekend als Acer negundo 'Argenteovariegatum' of "bonte vederesdoorn", groeit traag, bladeren met onregelmatige witte randen. Het is een periclinaal chimaer, waarbij kleurloze cellen als een mantel om de groene kern liggen. Ontstaan er knoppen uit het gehele weefsel, dan is de scheut die daaruit groeit weer bont, maar er zijn altijd knoppen die in de kern ontstaan, zij geven groene scheuten. Men moet de groene scheuten wegsnijden, zij krijgen spoedig de overhand omdat ze sneller groeien door hun grotere bladgroengehalte.


woensdag 18 juni 2014

Echinacea

Echinacea
Zonnehoed

Botanische naam  : Echinacea purpurea 
Nederlandse naam : Zonnehoed 
Herkomst         : Zuidoost-U.S.A. 
Bijzonderheden   : rozerood/donkerbruin hart 
Grondsoort       : alle, humeus, zand, veen
Vochtbehoefte    : normaal
Licht            : half schaduw, zon
Wind             : zeewind bestendig
Gebruik          : groepen/vakken, borders, kust/zeewind, snijbloem, insecten
Hoogte           : 0.60-0.80 m
Bloeikleur/vorm  : rood/bruin, roze, hoofdje
Bloeitijd        : juli, augustus, september
Blad             : groen

Standplaats: 
De zonnehoed vraagt in de tuin een lichte, goed doorlatende bodem en een plekje in de volle zon. In combinatie met grijze Artemisia, Monarda, Phlox en hoge siergrassen kan deze plant niet misstaan.

Kenmerken: 
Echinacea purpurea of rode zonnehoed is een rijk bloeiende en gemakkelijke vaste plant die door de indianen tegen insectenbeten en als pijnstiller gebruikt werd. Tegenwoordig wordt een extract graag gebruikt om de weerstand tegen infecties te verhogen.

Bloemen : 
In de tuin wordt Echinacea purpurea ongeveer 1 meter hoog en bloeit met grote purperrode bloemen in augustus en september. Na de bloei blijven de bloemhoofdjes nog lange tijd mooi en zijn zowel in de tuin als in boeketten een verassende verschijning.De rode zonnehoed bloeit in juli en augustus met ongeveer 10 cm grote bloemen, die een roestbruin bloemhoofd en een stralenkrans van purperkleurige lintbloemen heeft.

Planten :
Echinacea heeft een voorkeur voor een rijke, doch goed doorlatende grond. Vooral de E. purpurea is erg gemakkelijk te kweken. Het is een plant die perfect op haar plaats is in een siertuin.

Gebruikte delen: 
De bovengrondse delen worden verzameld bij het begin van de bloei, en de wortelstokken worden in de herfst geoogst.

Werkzame bestanddelen:
Echinacea wordt al zeer lang gebruikt, en met bewezen effect, om infecties te behandelen en te voorkomen. Onderzoek heeft aangetoond dat Echinacea effectief is bij griep, verkoudheid, infecties van ademhalingswegen en urinewegen en andere infecties. Hierbij speelt zowel een rechtstreeks effect op het infectieus agens als een stimulering van het immuunsysteem een rol. Dit geld ook voor het gebruik bij wondbehandeling.

Eigenschappen: 
De rode zonnehoed (Echinacea purpurea) is een vaste plant. De plant is afkomstig uit Noord-Amerika en behoort tot de familie Asteraceae.
Op een plek in de zon wordt de plant 70 tot 120 cm hoog en vormt wortelstokken. Het blad is licht behaard. De onderste bladeren zijn eirond.
Echinacea is vooral bekend omwille van zijn immuunregulerende eigenschappen. Zonder in detail te treden kan gesteld worden dat Echinacea op talrijke onderdelen van het immuunsysteem een positief effect uitoefend.
Behalve de weerstandsverhogende eigenschappen van het kruid, zijn nog enkele andere eigenschappen het vermelden waard: bevorderen van weefselregeneratie, ontstekingswerende, antivirale en antibacteriële eigenschappen. De activiteit tegen kanker die soms vermeld wordt is waarschijnlijk een gevolg van de stimulering van het immuunsysteem.

Vermeerderen :
Vermeerdering: door zaaien of delenEchinacea kan door middel van scheuren in het voor- of najaar worden vermeerderd. Of door wortelstekken in het najaar.

Soorten :
De belangrijkste variëteiten van Echinacea purpurea zijn:* 'Alba' met witte lintbloemen* 'White Swan' met witte vlekken op het blad.
Van de negen Echinacea-soorten zijn er drie die voor medicinaal gebruik worden gekweekt, nl de E. purpurea, de E. angustifolia en de E. pallida. Ze zijn vooral van elkaar te onderscheiden door hun hoogte en de kleur van hun pollen: De E. pallida en de E. purpurea zijn duidelijk groter dan de E. angustifolia, die niet hoger wordt dan een halve meter. De E. purpurea en de E. angustifolia hebben geel stuifmeel, terwijl dat van de E. pallida wit is (vandaar trouwens ‘pallida’ = ‘bleek’). De combinatie van beide kenmerken laat dus toe de soorten van elkaar te onderscheiden.

Weetjes :
De plant werd in Nederland verkozen tot vaste plant van het jaar 2004. Er zijn verschillende cultivars in cultuur.
De vrucht is een nootje.
Echinacea is een in onze streken winterharde vaste plant. De plant wordt zowel gekweekt om haar sierwaarde als om haar medicinale kwaliteiten, en is oorspronkelijk inheems in het Midwesten van Noord-Amerika.

Gebruik
De Noord-Amerikaanse indianenstammen passen het kruid ook toe bij slangenbeten, en met succes: Echinacea werkt hyaluronidase, eenbestanddeel van veel soorten slangengif, tegen. (Hyaluronidase breekt het bindweefsel tussen cellen af.)
Eén van de nadelige effecten van bestraling en chemotherapie bij kanker, is dat ze de aantallen witte bloedcellen verlagen. Echinacea zou dit effect wellicht kunnen tegengaan, en inderdaad zijn er de laatste jaren al meerdere studies verschenen die het vermoeden ondersteunen dat Echinacea een gunstige ondersteunende rol kan spelen in combinatie met klassieke kankertherapieën.

Waarschuwing
Hoewel Echinacea gewoonlijk beschouwd wordt als een veilig kruid, is voorzichtigheid echt wel geboden in een aantal omstandigheden waarin de immuniteit onderdrukt of anderszins aangetast is.

Echinacea zou verkoudheid voorkomen
K
ruidenpreparaten op basis van Echinacea kunnen het risico op het oplopen van een verkoudheid halveren. Dat hebben Amerikaanse onderzoekers bekendgemaakt (The Lancet Infectious Diseases, juli 2007). In dit onderzoek werden veertien studies naar de effecten van echinacea vergeleken.
Wie het middel inneemt, heeft 58 procent meer kans niet verkouden te worden. De kans op een natuurlijke infectie zou dalen met 65%. Wanneer de proefpersonen het rhinovirus toegediend kregen, verminderde echinacea de kans op ziekte met 35%. Eén studie onderzocht het gecombineerde effect van vitamine C met echinacea en kwam tot het besluit dat deze combinatie de kans op een verkoudheid met 86% doet dalen. Ook wordt de duur van de verkoudheid verminderd met gemiddeld 1,5 dag.
Volgens de onderzoekers is het beter om geen echinacea continu in te nemen, maar slechts om de week. Het effect zou namelijk het grootst zijn gedurende één tot twee weken na inname.
Zij waarschuwen dat er nog meer onderzoek nodig is naar de veiligheid van het produkt voor artsen het kunnen voorschrijven als een standaardmiddel om verkoudheid te voorkomen of te behandelen.
De zonnehoed werd in 1871 door een in Nebraska werkende arts als geneeskruid in de Westelijke geneeskunde geïntroduceerd en tegen tal van aandoeningen gebruikt (bloedreinigend middel, reuma, migraine, difterie, tumoren,. enz.). Van 1885 tot 1935 werd Echinacea hoofdzakelijk ter behandeling van infectieziekten gebruikt, voornamelijk in de USA. Het raakte daarna door de ontdekking van de moderne antibiotica (sulfonamiden) tijdelijk in de vergetelheid.
Er werd veel wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd op Echinacea maar dan vooral in Duitsland waar ze zeer populair is van in het begin van de twintigste eeuw. De zonnehoed werd voor het eerst aan een analyse onderworpen en getest voor homeopathische doeleinden in Duitsland en het medicinale gebruik ervan werd later onderzocht door Dr. Gerhard Madaus in 1938.