Nicodemia
Kamereik
Sterk
en fors en bovendien gemakkelijk te verzorgen. Een ideale groene
plant in huis die vele plaatsen voor lief neemt: licht en
halfschaduw, warm en koel.
Het is
tot nu toe een vrij onbekende plant in huis, maar in botanische
tuinen en bij verzamelaars is de 'boom' al langer bekend.
Halverwege
de vorige eeuw zijn de eerste planten vanuit Madagascar in Frankrijk
ingevoerd. Vreemd genoeg is Nicodemia tot nu vrij weinig bekend.
Vreemd, omdat de plant sterk is en zich onder normale omstandigheden
in huis heel goed kan handhaven. Zelfs vrij lage temperaturen en
weinig licht vormen geen bezwaar.
De
botanische naam luidt Nicodemia diversifolia. Waar de naam Nicodemia
vandaan komt is niet bekend; de soortnaam 'diversifolia' heeft
betrekking op
de
bladvorm. Die kan namelijk verschillend zijn hoewel de eikebladvorm
overheerst. Vandaar dat deze plant ook bekend is als kamereik.
Verwarrend
is dat Nicodemia tegenwoordig tot het geslacht Buddleja wordt
gerekend, u weet wel de bekende vlinderstruik (Buddleja davidii).
Voor een normaal mens is deze verwantschap onbegrijpelijk, want het
blad lijkt er niet op en de hier beschreven kamerplant bezit ook geen
fraaie bloeiwijzen. Mocht
Nicodemia
al bloeien -en dat zal zich in huis zelden voordoen - dan zijn het
onaanzienlijke geelgroene bloempjes. Wij moeten dus nu spreken van
Buddleja
indica
en dan is de soortnaam weer onbegrijpelijk, want de plant groeit in
Madagascar en niet in 'Indië' zoals delen van Z.O.-Indië vroeger
werden aan-
geduid.
• De
kamereik is geschikt voor alle omstandigheden en verdraagt
temperaturen van 5 tot 22/25° C. Temperatuurwisselingen en tocht
zullen ook niet direct aanleiding geven tot problemen. Wel is het zo
dat de plant het beste gedijt bij een normale kamertemperatuur.
• Hoewel
Nicodemia optimaal groeit op een lichte plaats, zal hij het ook in de
schaduw nog redelijk volhouden. Felle zon altijd vermijden. Ideaal is
een plaats
voor
een venster op het noorden of oosten.
• Zet
de kamereik nooit voor een venster op het zuiden. De bladeren krijgen
brandvlekken of verkleuren lichtgroen. Vanaf eind mei tot het moment
dat de
eerste
nachtvorsten worden verwacht kunt u de plant buiten zetten. Het komt
de ontwikkeling ten goede, mits een halfbeschaduwde plaats
beschikbaar is.
's
Winters kan de plant koel staan (5-10° C), maar het moet wel licht
zijn. Mocht u geen koele plaats beschikbaar hebben, dan kan Nicodemia
ook heel goed in de huiskamer overwinteren. Let u er wel op dat de
plek dan zo licht mogelijk is en daarbij is een plaats boven de
verwarming niet direct aan te bevelen. Planten die 's winters in huis
staan, moeten voordat ze tegen de zomer naar buiten gaan wel
voldoende worden afgehard.
• Staat
de plant het gehele jaar door in huis, dan vormen zich op een warme
standplaats lange scheuten. Teneinde de boom in model te houden, is
het dan nodig regelmatig - en dat kan zelfs driemaal per jaar zijn -
flink te snoeien.
• Snoeien
zal altijd nodig zijn om de plant in toom te houden. De twijgen
worden zo kort mogelijk afgeknipt, juist boven een of twee bladparen.
Na het
snoeien
ontwikkelen zich uit iedere bladoksel weer nieuw twijgen. De plant
blijft dan laag compact en vertakt zich goed.
• De
afgeknipte twijgen behoeft u niet weg te gooien, ze zijn heel goed
als stek materiaal te gebruiken. Half verhoute stek kan van het
vroege voorjaar tot in
herfst
worden gestekt. Gebruik als substraat een mengsel van scherp
zand/potgrond en plaats de stekken bij een temperatuur van 20-25° C.
Na ongeveer drie weken zijn er wortels gevormd.
• Voor
een goede ontwikkeling is het aan te raden de plant eenmaal in het
jaar te verpotten, bij voorkeur in het voorjaar. Daarbij kan een
groot deel van de
wortels
worden afgeknipt, zeker wanneer ook de takken worden gesnoeid.
Standaard potgrond voldoet goed, beter nog is er wat zand en
klei/leem door te mengen. Omdat de wortel kluit flink wordt ingekort,
is het niet nodig telkens een grotere pot te gebruiken.
• De
kamereik heeft vrij veel water nodig. Zeker in de zomer en wanneer de
temperatuur hoog is, mag de grond niet uitdrogen.
Uitdrogen
van de grond heeft direct blad val tot gevolg.
In de
winter is de hoeveelheid water afhankelijk van de temperatuur.
Staat
de plant koel, dan moet de grond vrij droog zijn.
Blijft
de plant in een normaal verwarmd vertrek staan, dan moet u regelmatig
gieten.
• Eenmaal
per week geeft u normale kamerplantenmest. Staat de plant 's winters
bij een temperatuur beneden 14° C,dan wordt in de periode van
oktober tot mei niet bemest.
• Ziekten
zijn nauwelijks bekend. Planten die zich voorspoedig ontwikkelen
zullen nooit door insekten, schimmels of bacteriën e.d. worden
aangetast.
Soms,
en dat vooral wanneer de kamereik snel groeit in een warme omgeving,
verschijnt er op de jonge scheuten witte vlieg. Ook bladluis kan zich
in bepaalde situaties voordoen. Op een vol- wassen struik en op
oudere takken kunnen deze insekten zich echter niet handhaven.
Herhaaldelijk toepassen van het milieuvriendelijke
Geen opmerkingen:
Een reactie posten