zondag 29 december 2013

Nicodemia



Nicodemia

Kamereik

Sterk en fors en bovendien gemakkelijk te verzorgen. Een ideale groene plant in huis die vele plaatsen voor lief neemt: licht en halfschaduw, warm en koel.

Het is tot nu toe een vrij onbekende plant in huis, maar in botanische tuinen en bij verzamelaars is de 'boom' al langer bekend.

Halverwege de vorige eeuw zijn de eerste planten vanuit Madagascar in Frankrijk ingevoerd. Vreemd genoeg is Nicodemia tot nu vrij weinig bekend. Vreemd, omdat de plant sterk is en zich onder normale omstandigheden in huis heel goed kan handhaven. Zelfs vrij lage temperaturen en weinig licht vormen geen bezwaar.

De botanische naam luidt Nicodemia diversifolia. Waar de naam Nicodemia vandaan komt is niet bekend; de soortnaam 'diversifolia' heeft betrekking op
de bladvorm. Die kan namelijk verschillend zijn hoewel de eikebladvorm overheerst. Vandaar dat deze plant ook bekend is als kamereik.

Verwarrend is dat Nicodemia tegenwoordig tot het geslacht Buddleja wordt gerekend, u weet wel de bekende vlinderstruik (Buddleja davidii). Voor een normaal mens is deze verwantschap onbegrijpelijk, want het blad lijkt er niet op en de hier beschreven kamerplant bezit ook geen fraaie bloeiwijzen. Mocht
Nicodemia al bloeien -en dat zal zich in huis zelden voordoen - dan zijn het onaanzienlijke geelgroene bloempjes. Wij moeten dus nu spreken van Buddleja
indica en dan is de soortnaam weer onbegrijpelijk, want de plant groeit in Madagascar en niet in 'Indië' zoals delen van Z.O.-Indië vroeger werden aan-
geduid.

De kamereik is geschikt voor alle omstandigheden en verdraagt temperaturen van 5 tot 22/25° C. Temperatuurwisselingen en tocht zullen ook niet direct aanleiding geven tot problemen. Wel is het zo dat de plant het beste gedijt bij een normale kamertemperatuur.

Hoewel Nicodemia optimaal groeit op een lichte plaats, zal hij het ook in de schaduw nog redelijk volhouden. Felle zon altijd vermijden. Ideaal is een plaats
voor een venster op het noorden of oosten.

Zet de kamereik nooit voor een venster op het zuiden. De bladeren krijgen brandvlekken of verkleuren lichtgroen. Vanaf eind mei tot het moment dat de
eerste nachtvorsten worden verwacht kunt u de plant buiten zetten. Het komt de ontwikkeling ten goede, mits een halfbeschaduwde plaats beschikbaar is.
's Winters kan de plant koel staan (5-10° C), maar het moet wel licht zijn. Mocht u geen koele plaats beschikbaar hebben, dan kan Nicodemia ook heel goed in de huiskamer overwinteren. Let u er wel op dat de plek dan zo licht mogelijk is en daarbij is een plaats boven de verwarming niet direct aan te bevelen. Planten die 's winters in huis staan, moeten voordat ze tegen de zomer naar buiten gaan wel voldoende worden afgehard.

Staat de plant het gehele jaar door in huis, dan vormen zich op een warme standplaats lange scheuten. Teneinde de boom in model te houden, is het dan nodig regelmatig - en dat kan zelfs driemaal per jaar zijn - flink te snoeien.

Snoeien zal altijd nodig zijn om de plant in toom te houden. De twijgen worden zo kort mogelijk afgeknipt, juist boven een of twee bladparen. Na het
snoeien ontwikkelen zich uit iedere bladoksel weer nieuw twijgen. De plant blijft dan laag compact en vertakt zich goed.

De afgeknipte twijgen behoeft u niet weg te gooien, ze zijn heel goed als stek materiaal te gebruiken. Half verhoute stek kan van het vroege voorjaar tot in
herfst worden gestekt. Gebruik als substraat een mengsel van scherp zand/potgrond en plaats de stekken bij een temperatuur van 20-25° C. Na ongeveer drie weken zijn er wortels gevormd.

Voor een goede ontwikkeling is het aan te raden de plant eenmaal in het jaar te verpotten, bij voorkeur in het voorjaar. Daarbij kan een groot deel van de
wortels worden afgeknipt, zeker wanneer ook de takken worden gesnoeid. Standaard potgrond voldoet goed, beter nog is er wat zand en klei/leem door te mengen. Omdat de wortel kluit flink wordt ingekort, is het niet nodig telkens een grotere pot te gebruiken.

De kamereik heeft vrij veel water nodig. Zeker in de zomer en wanneer de temperatuur hoog is, mag de grond niet uitdrogen.
Uitdrogen van de grond heeft direct blad val tot gevolg.
In de winter is de hoeveelheid water afhankelijk van de temperatuur.
Staat de plant koel, dan moet de grond vrij droog zijn.
Blijft de plant in een normaal verwarmd vertrek staan, dan moet u regelmatig gieten.

Eenmaal per week geeft u normale kamerplantenmest. Staat de plant 's winters bij een temperatuur beneden 14° C,dan wordt in de periode van oktober tot mei niet bemest.

Ziekten zijn nauwelijks bekend. Planten die zich voorspoedig ontwikkelen zullen nooit door insekten, schimmels of bacteriën e.d. worden aangetast.
Soms, en dat vooral wanneer de kamereik snel groeit in een warme omgeving, verschijnt er op de jonge scheuten witte vlieg. Ook bladluis kan zich in bepaalde situaties voordoen. Op een vol- wassen struik en op oudere takken kunnen deze insekten zich echter niet handhaven. Herhaaldelijk toepassen van het milieuvriendelijke

Geen opmerkingen:

Een reactie posten